Lezen

AVI-niveau

Door middel van het AVI-niveau kan de moeilijkheidsgraad van een tekst bepaald worden. Ook kan de leesvaardigheid van de leerlingen hierdoor gemeten worden.

AVI is de afkorting van Analyse van Individualiseringsvormen. Het oude AVI-systeem had 9 niveaus, het huidige systeem heeft 12 niveaus. De aanduiding is ook veranderd, want het is nu gekoppeld aan het leerjaar. Twee keer per jaar worden de leerlingen getoetst op het technisch leesniveau. Weet u niet welk leesniveau uw kind heeft? Vraag het de leerkracht.

Het eerste niveau heet AVI-Start. Daarna krijg je M3 (het niveau van midden groep drie) en E3 (het niveau van eind groep 3). Dat wordt gevolgd door M4 en E4. Zo gaat dat door tot en met groep 7. Het laatste niveau heet AVI-Plus. Het cijfer hoort dus bij de jaargroep.

 AVI Huidig AVI Oud 
 AVI Start 1
 AVI-M3 (middengroep 3) 1-2
 AVI-E3 (eind groep 3)  1-3
 AVI-M4 (midden groep 4)  3-4-5
 AVI-E4 (eind groep 4)  4-5-6
 AVI-M5 (midden groep 5)  5-6 
 AVI-E5 (eind groep 5)  6-7-8
 AVI-M6 (midden groep 6)  7-8-9 
 AVI-E6 (eind groep 6)  8-9
 AVI-M7 (midden groep 7)  8-9->9
 AVI-E7 (eind groep 7)  >9 
 AVI-Plus  >9


Schema AVI nieuw – AVI oud

Tot en met AVI E4 is het belangrijk dat een kind oefent in het juiste niveau. Boven AVI E4 beheersing is dit minder belangrijk. Kinderen kunnen dan op zo’n niveau lezen dat ze alle woorden kunnen decoderen. Het is vooral belangrijk dat een kind een boek kiest dat het echt leuk vindt. Het kan dan wel voorkomen dat het boek toch iets te moeilijk is waardoor het minder goed leesbaar is. Kinderen kunnen daar op een eenvoudige manier achterkomen. Ze doen dan de vijf-vingerproef: Aan het begin van de bladzijde zijn er vijf vingers in de lucht. Bij ieder woord dat moeilijk is en waar het kind niet makkelijk uitkomt, gaat er een vinger naar beneden. Zijn alle vingers naar beneden voor het eind van de bladzijde is bereikt, dan is het boek nog iets te moeilijk. Voorlezen kan dan natuurlijk wel!